Merijn Bolink en de sprint van bewustzijn

7 februari 2023

Wie straks de aap en de naaktslakken van Merijn Bolink in Noordwijk ziet staan zal meteen denken: hier zit een verhaal achter. En dat klopt. Merijn is als kunstenaar bezig met wat mens, dier en wetenschap samen kunnen bereiken en hoe we de toekomst vorm kunnen geven. Maar hebben we dat wel zelf in de hand? Als introductie op zijn werk deelt Merijn hier vast een deel van zijn verhaal. De rest, dat is aan ons. 

 

BN: Jouw werk komt over als duidelijk en inhoudelijk, met sterke concepten. Wanneer je iets in de openbare ruimte plaatst moet je het ook loslaten, het gaat zijn eigen leven leiden. Vind je dat lastig of juist leuk?

Merijn: ‘Sterker nog: als je niet nieuwsgierig bent naar de andere verhalen over je werk vraag ik me af waarom je überhaupt kunstenaar zou zijn. Mijn eigen verhaal dat weet ik wel. Dat is slechts één lijntje. Wat alle andere mensen erin zien, dat alles bij elkaar, vormt de inhoud van mijn werk. Mijn eigen verhaal is daar slechts een klein stukje van. Zeker in de openbare ruimte merk je dat mensen hun eigen verhalen gaan maken. Als het goed is tenminste.’

 

Het verhaal dat je noemt, hoe schrijf je dat voor jezelf? 

‘Mijn werk is talig, het heeft een talige oorsprong. Ik ben niet per se gericht op expressie of het puur artistieke maar heb een obsessie om dingen te begrijpen, of in ieder geval het gevoel te hebben dat ik ze begrijp. Dat gaat via het maken van dingen. Ik heb bijvoorbeeld net een sculptuur gemaakt van twee stokstaartjes die gerobotiseerd zijn, ze kunnen met hun hoofd en schouders bewegen. De ene kijkt naar en volgt alles wat rood is, de ander doet dat met alles wat groen is. Zoiets bedenk ik en vervolgens wil ik zien of ik het kan maken. En of je dan het gevoel krijgt dat ze echt leven, het Tamagotchi-effect of de Turingtest.’ 

 

Bijna meer als uitvinder dan als kunstenaar.

‘Ik vind het interessant om te onderzoeken of een computer de mens de indruk kan geven dat hij met iets levends te maken heeft. Daar zoek ik een vorm voor en daarin ben ik helemaal niet bezig met expressie of mijn persoonlijke kunstenaarschap. Ik wil gewoon weten of het kan en of het werkt.’ 

 

Je gebruikt het woord ‘talig’ maar ik hoor vooral ‘menselijk,’ kunst die gaat over wat wij als mensen kunnen bereiken. Hoe rijm je dat met het thema van de biënnale, dat handelt over de manier waarop mens en natuur zich samen moeten aanpassen aan grote veranderingen in de toekomst?

‘Dat onderwerp is voor mij al zeker tien jaar lang heel belangrijk. Iedereen spreekt bijvoorbeeld te pas en te onpas over kunstmatige intelligentie zonder stil te staan bij wat intelligentie eigenlijk betekent. Een rekenmachine zoals je die gebruikte op school kan oneindig veel sneller en meer rekenen dan wij, maar niemand zou zeggen dat het een intelligent apparaat is, het volgt gewoon een soort logica. Toch zijn we nu in een tijd van rekenmachines die zichzelf leren rekenen, die dingen ontdekken die wij mensen nog niet begrijpen. Dat hebben we er niet in gestopt, dat maakt het apparaat zelf en dat is een waanzinnige verandering. Het brengt de evolutie, die tot nu toe alleen gekoppeld was een biologisch weefsel, naar een digitaal terrein. Het is wel degelijk evolutie en ik zie dat ook als onderdeel van de natuur.’

 

Hoe vertaal je dat naar jouw werk voor Biënnale Noordwijk? 

‘Mijn werk voor de biënnale gaat over de gigantische ontwikkeling in bewustzijn, de sprong die we daarin aan het maken zijn. We beginnen ook te merken dat dieren een groter bewustzijn hebben dan we altijd dachten. Of is er in hun bewustzijn ook een shift bezig? Daar gaat mijn werk over. Ik stel me voor, als dat inderdaad zo is, dat een aap een sprong maakt, gaat spelen met een groepje naaktslakken en gaat proberen ze te leren lopen. Hij bouwt ze bovenop elkaar en voilà, ze lopen! Het is een analogie van hoe wij als mensen ons verhouden tot kunstmatige intelligentie, zo verhouden de dieren zich misschien wel tot de mens.’ 

 

Wat hoop je dat het publiek aan jouw werk gaat beleven?

‘Voor mij is het een icoon dat ergens voor staat, ook al weet ik nog niet precies voor wat. Het liefst zou ik een karavaan maken van dieren, zoals de sequentie van dierfiguren die de mens als laatste uiting heeft. Daar zou ik graag een serie van maken en dit is de eerste stap.’