De nieuwe schepping van Margriet van Breevoort

24 januari 2023

Mens en natuur veranderen, maar hoe ziet dat eruit? Die vraag staat centraal bij ‘Transities’ en Margriet van Breevoort is de uitgelezen kunstenaar om hem te beantwoorden. Haar hyperrealistische sculpturen bevinden zich ergens tussen mens en dier in, zijn even aanraakbaar als gruwelijk en bieden een blik op een mogelijke toekomst. Op Biënnale Noordwijk presenteert ze haar nieuwste schepping rond en in de bunker op Landgoed Nieuw Leeuwenhorst. We spraken Margriet over de manier waarop wij met dieren omgaan, de manier waarop dat onze toekomst kan kleuren en de sciencefiction romans waardoor ze zich liet inspireren. 

 

BN: Hyperrealisme is een kunstvorm waar iedereen een mening over heeft en waarmee je het publiek vrij direct aanspreekt. Hoe heb je deze stijl eigen gemaakt?

Margriet: ‘Ik heb altijd de neiging gehad naar figuratief werken, en dat moest van mezelf steeds ‘echter’ worden. Mijn werk is surrealistisch, dus dan maak je iets wat niet zou kunnen bestaan maar wat wel echt lijkt te zijn. Doordat de elementen zo hyperrealistisch zijn wordt het geloofwaardig, het wordt een nieuwe realiteit binnen deze.’

 

Speel je daarin bewust met de verwachtingen van het publiek?

‘Ik zet mensen graag op het verkeerde been door ze te laten geloven in iets dat niet echt is. In het maakproces ben ik verder niet erg bezig met het publiek, ik doe het vooral omdat ik het zelf interessant vind om als een soort Frankenstein nieuwe wezens te scheppen.’ 

 

Die naam roept ook meteen een griezelig gevoel op.

‘Het is leuk om schattige beesten te maken maar er moet ook altijd iets schuren. Je hebt tegelijkertijd een aantrekkingskracht maar ook een gevoel van ‘gadver!’ wanneer je dichterbij komt, dat is een dubbelzinnigheid. De meeste reacties op mijn werk zijn positief, maar een enkeling vindt het echt walgelijk en kan het niet aanzien. Het kan nog een stuk extremer: de kunstenares Patricia Piccinini maakt ook hyperrealistische wezens, maar zij zit nog wel een stuk verder richting het afschuwelijke. Vergeleken met haar maak ik hele lieve dingen.’ 

 

‘Transities’ gaat over de manier waarop mens en dier zich aanpassen op de veranderende natuur. Hoe reflecteer jij hierop met je nieuwe diersoort?

‘Deze diersoort komt voort uit een aantal verschillende associaties. Denkende aan de herstellende kracht van de mens kwam ik terecht bij xenotransplantaties, orgaantransplantaties van dier op mens. Het DNA van varkens lijkt heel sterk op dat van ons waardoor ze zeer geschikt zijn hiervoor. Er wordt genetisch onderzoek gedaan naar hoe we hun DNA kunnen aanpassen om geschikt te maken voor donortransplantaties. Dat is natuurlijk een manier om onszelf te herstellen, maar tegelijkertijd worden varkens in de bio-industrie en laboratoria ontzettend slecht behandeld door ons, dus hebben zij te lijden onder ons gewin. 

Intussen blijft de zeespiegel stijgen en zullen ook dieren zich moeten aanpassen aan zowel een veranderende natuur als een uitbuitende mensheid. Zo kwam ik bij de axolotl, een van de weinige dieren ter aarde die hele organen en ledematen, zelfs hersenen, kan laten hergroeien. Als je zijn staart of poot of hersens eruit haalt blijft hij leven, het groeit gewoon opnieuw. Dat is opnieuw iets wat ik de genadeloze mensheid wel zie uitbuiten. Ik zie een toekomst voor me waarin mijn wezens in de natuur terecht zijn gekomen en zich aan al deze uitdagingen hebben aangepast.’

 

Heb je voor jezelf een uitgebreid verhaal bedacht over hun origine? 

‘Een tijdje geleden heb ik een sciencefiction boekenserie van Margaret Atwood gelezen. Daarin beschrijft ze een wereld waarin genetische manipulatie uit de hand is gelopen en varkens gehouden worden totdat ze nodig zijn om organen te leveren aan de mens. Wanneer de mensheid uitsterft door een virus komen deze beesten in het wild terecht. Door alle genetische manipulatie hebben ze menselijk DNA in zich, zijn ze heel intelligent geworden en hebben ze een conflict met de laatst overgebleven mensen. Een hele toffe wereld die ze schept, schurend met de realiteit waarin we nu leven. Ze laat bijvoorbeeld zien hoe ze in die wereld vlees eten: de kippenpootjes groeien in een lab. Eng, maar het is ook wel echt waar wij mee bezig zijn. Dystopisch en surrealistisch, maar ook geloofwaardig. 

Het is uiteindelijk aan de toeschouwer om zelf een verhaal bij te verzinnen bij mijn beesten. Misschien zijn ze ontsnapt uit onderzoekscentra, misschien is de mens wel uitgeroeid door ons eigen toedoen en is dit wat er overgebleven is. Of misschien zijn de beesten wel zo geworden door toedoen van de mens. Zo komt het allemaal samen: het varken, de axolotl en de toekomst.’

 

Gruwelijk of niet, jouw beesten zijn absoluut aanraakbaar. Vind je het spannend om ze zomaar in de openbare ruimte neer te zetten?

‘Dat is zeker lastig want alles kan kapot, maar ik heb daar nu al best wat ervaring mee dankzij een beeld dat door het LUMC is aangekocht en door iedereen wordt geaaid. Ik weet nu ongeveer wat het moeten kunnen verduren. In de bunker waar mijn werk komt spelen veel kinderen, er zitten kleine openingen in waar zij in kunnen kruipen. Daarom heb ik het idee om daar binnenin nog iets te maken, in een ruimte waar volwassenen niet zo snel zullen komen. Zo kunnen zij het echt van dichtbij onderzoeken.’

 

Portretfoto: Alexandra Rouppe van der Voort