De kunst van het KunstKijken

19 juli 2023

‘Wat ik voornamelijk zoek is de uitdaging, ik wil mezelf graag uitdagen als kunstenaar om nieuwe dingen stap voor stap te ontdekken,’ is het eerste dat Hans Berkhout zegt wanneer hij over zijn werk vertelt. De serie KunstKijken bestond al langer en is nu speciaal toegepast op de veertien werken van Biënnale Noordwijk. Hans legde ze vast, maar probeerde vooral de ervaring van de bezoeker daarin mee te nemen. Op kleine schilderijen is dat inderdaad een uitdaging, maar Hans heeft zijn doel bereikt en vanaf half juli is het eindresultaat in het geheel te zien bij VVV Noordwijk. 

 

BN: Hans, wat was als Noordwijkse kunstenaar jouw eerste reactie toen je hoorde dat de biënnale zou komen?

Hans Berkhout: ‘Heel eerlijk gezegd hoopte ik vooral dat er een sterk persoon op gezet zou worden, iemand die goed weet hoe de wereld van kunst werkt  in de breedste zin. Dat is met Sandrine van Noort en Pam Vis-Feijtes wat mij betreft meer dan gelukt.’

 

Op welk moment besloot je de werken vast te leggen als KunstKijken serie?

‘Daarvoor werd ik benaderd door co-curator Pam Vis-Feijtes. Zij kende mijn werk en vroeg me heel concreet om een serie KunstKijken rond de biënnale te maken. Dat leek me meteen heel erg leuk, ook omdat ik weet wie het vraagt. Pam kan goed inschatten of zoiets passend is. Anderzijds, op het moment dat zij dit vroeg wist ik nog niks over de kunstwerken die zouden komen en op welke locaties. Ik heb blanco toegezegd. Vanaf het moment dat ik de werken zag dacht ik meteen: hier kan ik wel wat mee.’

 

Het idee van de biënnale is dat de werken en de omgeving samen vallen en zo iets neergezet wordt dat groter is dan de som der delen. In jouw visie komt daar ook nog eens de bezoeker bij. Hoe benader je die gelaagdheid?

‘Mijn serie KunstKijken begon met museumbezoeken waarbij ik momenten met kunst voor mezelf wilde vastleggen, als herinnering aan bepaalde werken die ik daar zag. Zo verzamelde ik een heel arsenaal aan beelden. Bij exposities doen zich in de interactie met het beschouwers erbij ook vaak mooie situaties voor. Daar vond ik voor mezelf de uitdaging: om ook dat vast te leggen, het kunstwerk in relatie tot de beschouwer.’

 

Hoe belangrijk is het daarbij dat de originele werken herkenbaar zijn?

‘Ik heb een vrij directe manier van schilderen, met rechtstreekse kwaststreken zet ik mijn onderwerpen neer. De beelden van de biënnale zijn misschien niet altijd direct herkenbaar, voor wie de beelden niet gezien heeft. Een Mondriaan herkennen we allemaal wel, maar dit is lastiger. Ik moet de werken herkenbaar neerzetten op een klein formaat en daarmee maak ik het mezelf niet al te makkelijk, daar houd ik wel van.’

 

Wat heeft je verrast in het proces?

‘Het allereerste schilderij maakte ik op Landgoed Nieuw Leeuwenhorst in maart, toen de bomen nog kaal waren. Toen ik daar onlangs de Varencirkel van Josua Wechsler schilderde was het een totaal andere ervaring in een groene omgeving. Juist het kunnen meenemen van de seizoenen door de duur van de biënnale vind ik heel leuk, dat verloop ga je zien op de expositie. Het liefst houd ik de hele serie bij elkaar. De beelden horen bij elkaar, maar er is dus ook een seizoensverloop in te zien. Zowel in de omgeving als in de kleding van de toeschouwers.’

 

Hoop je dat jouw werken de ervaring van de biënnale-bezoeker versterken wanneer ze bij de VVV hangen?

‘Ik hoop vooral dat het mensen uitnodigt om te gaan kijken. Eerst naar de biënnale en daarna mijn schilderijen, of juist andersom? Die volgorde maakt niet uit. Laat je verrassen.’